De padden hadden een nieuw idee en verzamelden iedereen op de open plek in het bos.
De dikke pad en de kromme pad zaten naast elkaar te wachtten totdat alle dieren stil waren geworden.
‘Vrienden,’ sprak de dikke pad, en hij kneep zijn ogen tot spleetjes, ‘Vrienden, het is een chaos. Het ontbreekt aan regels ten aanzien van het vliegen.’
‘Keihard,’ vulde de kromme pad aan.
‘Iedereen vliegt als een razende, tuimelt maar door de lucht, landt maar raak, dat er nog geen slachtoffers zijn gevallen is ehh, is… ’
‘Kut,’ vulde de kromme pad aan, aarzelend, want hij was er niet zeker van.
De hommels stopten met brommen, de kolibrie keek beschaamd naar de grond en de vlinder ging even zitten om uit te blazen.
‘Voor jullie en onze veiligheid wordt er alleen nog rechtdoor gevlogen, vanaf gisteren, tenzij je een ontheffing hebt.’
‘Ja,’ zei de kromme pad, ‘die kun je bij ons kopen. Voor al onze veiligheid maken we het flink duur.’
‘Een grote stap voorwaarts!’ vervolgde de dikke pad, ‘Zo maken we met z’n allen het bos een veilige plek ook voor de luizen.’
De duizendpoot klapte enthousiast vanwege de stap voorwaarts die zou worden gemaakt, en de muizen riepen luid ‘Bravo, wij houden van je.’
De dikke pad zwol en zijn huid glom in het maanlicht.
Een lange rij hommels stond daarna bij het loket ‘ontheffingen’, omdat zij vanwege hun werk niet zonder bochten konden vliegen. Het kostte wel de honingvoorraad van dat jaar, maar voor je veiligheid heb je wat over. De eendagsvlinder vroeg om een dagkaart, en de lijsters wilden korting. Ze dreigden met schijten.
Er werden vijftien werkloze padden aangesteld voor de controles.
‘Een mooie kans om iets te betekenen voor de wereld,’ zei de dikke pad toen zij hun penning van hem kregen en in zijn ogen glom een traan. Daarna werd de dikke pad niet meer in het openbaar gezien, omdat hij het ‘voorraadbeheer ontheffingen’ persoonlijk organiseerde. Dat kwam heel precies.